7 ontmoetingen met gelovige en vrijzinnige jongeren in brussel

Voorwoord

Face to face om de barrières te slopen.

Brussel is het jongste gewest van het land. Niet minder dan 177.000 jongeren tussen 12 en 24 jaar geven onze stad schwung, energie en nieuwe ideeën. Zij zullen de toekomst van Brussel maken en een gemeenschappelijke bestemming kneden. Zij zijn de ambassadeurs van de toekomst. Hóé ze dat gaan doen, dat is nog een open vraag.

Maar we denken dat het heel belangrijk is in een stad met vele verschillende gemeenschappen en ettelijke religieuze stromingen dat de vaak onzichtbare barrières tussen de verschillende groepen gesloopt worden en dat de ontmoetingen in wederzijds begrip en respect kunnen gebeuren.

Door jonge mensen aan het woord te laten over hun geloof, over hun ideeën en denkbeelden en ze open in discussie te laten gaan, willen we ze handvaten aanreiken over hoe ze met hun onderlinge verschillen kunnen omgaan. En hoe ze zo hun en onze stad vorm kunnen geven.

We zijn ervan overtuigd dat deze nieuwe editie van Glimp een pak inspiratie biedt voor jong én oud, een dialoog op gang kan brengen en face to face duurzame banden kan smeden. Of zoals de jonge Pauline zegt: “Als je graaft naar de wortels, stoot je altijd wel op iets gemeenschappelijks.”

Als we als beleidsmakers jongeren niet de stimulansen of de middelen geven om elkaar te leren kennen, zullen ze dat niet per se uit zichzelf doen. Als we de stereotypes niet willen laten winnen, moeten we ze de pas afsnijden door telkens weer voorbeelden en rolmodellen naar voren te schuiven. Dat doen we hier opnieuw en we zullen die maatschappelijke opdracht de komende jaren gestaag en volhardend blijven opnemen.

Veel leesplezier!

Brussels Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen

1. Vrijzinnigen:

Dwarsdenken moét

‘Waar geloof jij in?’, wordt ze wel eens gevraagd. In heel veel, zo blijkt. Maar bovenal het vermogen van de mens om boven zichzelf uit te stijgen. Vrijzinnigen Anton Van Dyck en Julie Umbrain over hun liefde voor debat met al wie anders denkt en het belang van kleine gebaren in gepolariseerde tijden.

Gemeenschapsgevoel

Begrijpen jullie dat mensen kunnen geloven in een god?

Julie:
“Ik heb geen moeite met religie, ik heb moeite met instituten die opleggen hoe je moet denken en geloven. Ik ben één keer naar een mis geweest, om te ervaren hoe dat was. Je ziet hoe dat gemeenschapsgevoel nut kan hebben. Een mens wil deel uitmaken van een groep. Alleen hoeft dat geen kerkgemeenschap te zijn. En om symboliek in je leven te brengen, hoef je niet gelovig te zijn.”

Anton:
“Gelovige mensen vinden in die verhalen en rituelen troost en houvast. Sereniteit is in dat soort momenten van belang, die kan je overal vinden. Veel van wat ik gehoord heb van godsdiensten is common sense. Heb uw naaste lief: wie is het daar niet mee eens?”

Waar geloven jullie zelf in?

Julie:
“De mensheid. Ik ben een humanist: voor mij staat de mens centraal. Ik probeer mensen andere vragen te helpen stellen. Tonen hoe de mensheid op een andere manier vooruit kan komen.”

Anton:
“Dwarsdenken, in debat gaan, vragen stellen. Het feit dat gezag nooit vanzelfsprekend is. Toen ik 18 was, ging ik op uitwisseling in Zuid-Afrika. Ik zat in een streng protestantse school. Ik heb daar gevoeld hoe je ondanks druk van buitenaf toch zelf moet durven na te denken. En hoe individueel geloof is. Want hoewel ze allen naar dezelfde kerk gingen, verschilden hun houdingen tegenover mensen die anders dachten dan zij.”

Durven van mening veranderen

Gaan jullie vaak in discussie met mensen van andere gemeenschappen?

Anton:
“Zeker wel. Maar debatten zijn niet altijd gemakkelijk. Zeker niet over zaken die dicht bij onze leefwereld staan. Zo hebben we aan de universiteit een ontvlambaar debat gehad over de vraag of er een stille ruimte moest komen op de campus. Het is ieders recht om een geloof te hebben, maar er is voor mij een verschil tussen geloof tolereren en geloof actief ondersteunen met geld dat bedoeld is voor onderwijs.”

Julie:
“Ik was tegen een stille ruimte, maar voor een vrije ruimte, waar mensen heen kunnen gaan om te tekenen, te praten, in debat gaan, en ja, ook te bidden. Je mag mooie theorieën over seculiere waarden hebben, maar wat doe je in de praktijk? Stel dat ik baas was, vraag ik me af, zou ik de hoofddoek verbieden? Iedereen moet zich kunnen ontplooien, zolang er maar wederzijds respect is. Als een werkneemster meent een hoofddoek te moeten dragen, dan mag dat dus van mij.”

"Je moet gaan naar een samenleving met zoveel mogelijk kleuren en variatie. En als bepaalde kleuren pijn doen aan je ogen, dan is het maar zo"

Anton:
“Mij maakt het niet uit wat mensen op hun hoofd dragen. Zolang je iedereen gelijk behandelt. Als iemand een vergiet op zijn hoofd wil dragen omdat dat zijn geloof is, dan moet dat ook kunnen. We moeten gaan naar een samenleving met zoveel mogelijk kleuren en variatie. En als bepaalde kleuren pijn doen aan je ogen, dan is het maar zo.”

Julie:
“Zolang ieder elkaar maar vrijheid gunt en elkaar respecteert en het debat niet uit de weg gaat. Ik debatteer met iedereen die daarvoor openstaat en openheid vind je in alle levensbeschouwingen en religies. Je moet durven van mening te veranderen, jezelf in vraag te stellen. Dat is geen schande. Zo werk je aan jezelf.”

Angst niet cultiveren

Het klimaat lijkt verhard te zijn in Brussel. Ervaren jullie dat ook?

Anton:
“Misschien verlopen discussies moeilijker omdat er zo hard ingespeeld wordt op emoties. Er is een stevige polarisatie aan de gang. Maar of de samenleving nu extra koud is in vergelijking met vroeger? Ik vind van niet. Mensen praten wel op een andere manier met elkaar over wat ze zien en meemaken. Dat is ook begrijpelijk wanneer je dag in dag uit gebombardeerd wordt met berichten die angst cultiveren. Je gaat mij niet wijsmaken dat emotionele muziekmontages met slow-motionbeelden in het nieuws er zijn voor hun informatieve waarde.”

Julie:
“Na de aanslagen in november in Parijs leek de stad verslagen. De straten waren leeg, mensen durfden niet naar de supermarkt te gaan, er zat niemand op de metro. Bij de aanslagen in maart was er veel meer het gevoel: we doen gewoon voort. In mijn omgeving zie ik mensen die nog altijd even open-minded zijn. Maar ik hoor ook andere dingen, op de tram of als ik koffi e ga drinken in de stad. Vijandigheid, wantrouwen. Meer openlijk racisme. Meer dan ooit ga ik het gesprek aan, zodat mensen hun uitroeptekens in vraagtekens omzetten. We moeten proberen weer vertrouwen te brengen. Zorgen dat haat niet kan groeien. Dat kan ook met kleine gebaren, een vriendelijke glimlach, een gesprek. Ik geloof echt dat dergelijke kleine dingen veel uitmaken.”

“Meer dan ooit ga ik in dit klimaat het gesprek aan, zodat mensen hun uitroeptekens in vraagtekens omzetten”

Waarin geloof je?

“In wat ik zie en wat ik hoor. En in de kracht van het individu.”
- Julie
“In de maakbaarheid van de samenleving en de aansprakelijkheid van het individu.”
- Anton

2. Katholieken:

Uit de comfortzone

Alles wat je doet, heeft gevolgen voor een ander. Dus doe je maar beter wat rechtvaardig is. Het is de rode draad doorheen de levens van katholiek Pauline De Coninck en Guillaume Chomé, en de manier waarop ze proberen te leven in deze stad.

Momenten delen

In Brussel kan je niet om de vele gemeenschappen heen. Maar is er ook echt contact?

Pauline:
“Ik heb geen zin om met het bord ‘katholiek’ voor mijn kop rond te lopen. Maar ik kom graag in contact met mensen met een andere manier van denken of geloven. Mij valt daarbij de openheid op. Dat zeggen de media nooit. Ze tonen nog niet één duizendste van de realiteit. In het dagelijkse leven in Brussel voel ik geen spanningen tussen religies.”

Guillaume:
“Ook al geloof ik zelf niet meer, het stoort me niet om religieuze gebaren – van welke religie ook – te stellen. Het gaat mij om het delen van het moment. We gebruiken misschien andere woorden, maar we stellen toch vaak dezelfde wezenlijke vragen om vooruit te komen: wat is de moeite waard, wie wil ik zijn?”

Pauline:
“Voor mij is die dialoog een middel om samen te groeien. Soms heb ik de indruk dat er te veel geprobeerd wordt om de ander uit evenwicht te brengen en het eigen grote gelijk te halen. Sommige van de mooiste gesprekken die ik al heb gehad, waren met vrienden die niet gelovig zijn of met moslimvrienden, omdat we durfden onze beleving te delen. Dat is het interessantst. Als je graaft naar de wortels, stoot je altijd wel op iets gemeenschappelijks.”

"Als je graaft naar de wortels, stoot je altijd wel op iets gemeenschappelijks"

Contact zonder woorden

Hoe brengen jullie dat samenleven in de praktijk?

Pauline:
“Tijdens mijn stage in scholen in Molenbeek zat ik volop in dat contact met andere gemeenschappen, ook al moest ik daarvoor uit mijn comfortzone komen. Ik ging met ouders praten over hun kinderen, over hun leven buiten de school. Gewoon al tonen dat je voor hen openstaat, maakt zo’n verschil. Je beseft niet hoezeer mensen daarnaar snakken, hoe bang ze zijn dat de ander hen zal afwijzen. De indrukwekkendste gesprekken waren die met nieuwkomers, vluchtelingen die de taal niet spraken. En dan vaststellen hoeveel je toch kan bereiken met een blik, een gebaar. Mijn ideale klas is een klas met christenen, moslims, boeddhisten, enzovoort. Eerst en vooral zijn we toch mensen.”

"De samenleving noemt vluchtelingen migranten, maar we migreren allemaal voortdurend”

Guillaume:
“Ik woon in een project van de Josefa Stichting. Op dit moment wonen we er samen met 14 mensen, onder wie vluchtelingen. Op termijn, wanneer het huis gerenoveerd is, zullen dat er meer dan veertig zijn. Het is geen liefdadigheid. In dit project willen we de blik waarmee je naar anderen kijkt, veranderen door samen te wonen en te leven. Zo verandert ook de relatie met hen en met onszelf. De samenleving noemt hen migranten maar door dat etiket zien we hen niet meer als mensen. Terwijl we allemaal voortdurend migreren. Ik ben ook gemigreerd, in mijn ideeën en mijn keuzes maar ook letterlijk, van bij mijn ouders naar de stad. Ik moet hier nu ook mijn weg vinden.”

Solidariteit is een plicht

Brussel heeft de reputatie kil en hard te zijn. Is het met een vergrootglas zoeken naar sporen van solidariteit?

Guillaume:
“Leven in Brussel is niet harder of killer dan een eeuw geleden, het is gewoon anders. Wat ik wel jammer vind is dat solidariteit zo vaak verengd wordt tot een zekere vorm van liefdadigheid. Onrechtvaardigheid op grote schaal is de norm geworden. Je daartegen verzetten is een plicht. En dat doet ieder op zijn manier. Ik zie nog veel solidariteit tussen mensen onderling. Het is op collectief vlak dat het niet juist zit.”

Pauline:
“Op de tram zie ik mensen hun plekje afstaan of een jonge moeder helpen met de kinderwagen, op straat zie ik mensen anderen helpen de weg te vinden of spontaan met elkaar beginnen te praten. Ik zie overal rond me die kleine sporen van solidariteit. De media geven voortdurend het beeld van een kille samenleving. Ja, er is meer polarisering nu en mensen staan vaker met getrokken messen tegenover elkaar. Maar de meesten van ons hebben wel goede bedoelingen en willen dat ook tonen. Misschien nog des te meer in het huidige klimaat.”

“Meer dan ooit ga ik in dit klimaat het gesprek aan, zodat mensen hun uitroeptekens in vraagtekens omzetten”

Familie

“Sinds ik in Brussel woon, leef ik in Cuatro Vientos in de parochie van het Heilig Kruis in Elsene. Het is één grote, katholieke familie. In Cuatro Vientos vind ik mensen die ook durven zich vragen te stellen en zeggen dat ze het soms ook allemaal niet meer weten.”
- Pauline

Doen wat juist is

“Ik wil het gevoel hebben dat wat ik doe rechtvaardig is. Ik ben dus vegetariër, want ik wil door mijn voedsel niet het leven van anderen hypothekeren, ik koop lokaal en niet bij de supermarkt, ik wil geen privéhuis, ik wil geen bankrekening. Ik wil met mijn gedrag de samenleving niet schaden. Je moet buiten de klassieke kaders denken.”
- Guillaume

3. Joden:

“We willen ons niet verstoppen”

‘Sale juif.’ Ja, ze krijgen het te horen. Estelle Levy en Nathan Azizollahoff van de Union des Étudiants Juifs de Belgique laten zich niet ontmoedigen en blijven de deuren opengooien voor iedereen. Tot de vraag naar samenleven niet meer klinkt, omdat iedere Brusselaar aanvaard wordt zoals hij is.

Leven op pauze zetten

Hoe belangrijk is religie voor jullie?

Nathan:
“Ik beschouw mezelf als een agnostische jood. Ik ben praktiserend, ik vier de feesten, intense collectieve momenten met respect voor de traditie. Ik doe af en toe de sabbat op vrijdagavond, omdat je even je leven op pauze zet en ongestoorde momenten met je familie kunt doorbrengen. Maar ik haal uit de traditie wat ik voor mezelf wil doen. Yom Kippoer, bijvoorbeeld, de dag van het grote vergeven, is een dag waarop ik stilsta bij wat ik het voorbije jaar heb gedaan, tegenover mezelf en tegenover de anderen.”

Estelle:
“Ik kan niet zeggen dat ik gelovig ben, maar ik kan ook niet zeggen dat ik niet gelovig ben. Ik ben in elk geval niet erg praktiserend. Ik eet geen koosjer, ik doe de sabbat niet elke week, maar de joodse feesten zijn voor mij wel erg belangrijk, zij het voor de traditie en voor de aanwezigheid van de familie en niet voor de religie.”

Jullie willen vooral andere gemeenschappen in Brussel laten kennismaken met de joodse traditie en cultuur?

Nathan:
“Ik wil de joodse traditie beleven zoals mijn voorouders dat deden, ze bewaren en voortzetten. Zo organiseren we met de UEJB een bal met traditionele joodse dansen waar iedereen welkom is. Bij belangrijke joodse feesten doen we een aperitief waar we uitleggen waar het feest voor staat. Met Chanoeka hebben we onze ‘Chanoeka voor de vrienden’, waarbij we soufganiya, typische beignets die dan gegeten worden, verkopen. Het ingezamelde geld gaat naar een goed doel. Om de twee weken koken we traditionele joodse maaltijden in onze kantine en iedereen kan dan een hapje mee-eten. Zo delen we, even weg van ons dagelijkse leven, die bijzondere momenten. Want wij zijn joden, maar ook Belgen en Europeanen. We willen altijd onze horizon verbreden.”

Estelle:
“Ik ben blij dat ik mijn vrienden naar dergelijke activiteiten kan meenemen, zodat ze er meer van begrijpen. Dat is beter dan een lezing. Tijdens die gelegenheden ervaren ze onze traditie en onze cultuur aan den lijve.”

Begrijpen door te beleven

Hoe verdraagzaam vinden jullie Brussel?

Estelle:
“Er zijn mensen die oprecht interesse hebben als je zegt dat je joodse bent. Maar je voelt soms de terughoudendheid, je voelt de vooroordelen. Antisemitische opmerkingen, hatelijke commentaren op de sociale media. Het is om bang van te worden, die haat zonder enige grond. Hoe kan het toch dat mensen dit denken? Ik heb soms de indruk dat wanneer ik zeg dat ik joodse ben, dat niet in goede aarde zal vallen. Dat wordt meteen verbonden met de Israëlische politiek, terwijl joods zijn in België niet betekent dat je Israëlisch bent.”

Nathan:
“Er is een soort impliciet antisemitisme dat sommige mensen van thuis hebben meegekregen. Dat uit zich in vele kleine dingen. ‘Sale juif’, hoor je dan. Jood zijn heeft een negatieve bijklank, de clichés doen nog steeds de ronde over ons. Soms maken mensen echte grapjes en gelukkig. Grappen maken moet kunnen, met respect voor de anderen. Maar soms ook is het uit kwade wil. Je durft niet altijd te zeggen of tonen dat je joods bent, en al helemaal niet in bepaalde wijken in deze stad. We zouden ons niet hoeven te verstoppen. Als joden volledig aanvaard zouden zijn, dan zou de vraag naar samenleven zich toch niet stellen? We stellen ons open, maar we ervaren diezelfde openheid niet van anderen. De grootste spanning op dat vlak zit op dit moment tussen joden en moslims. Moslims die zich vijandig uiten tegenover joden, maar ook omgekeerd, joden die niet bereid zijn tot dialoog en een zekere broederlijkheid.”

kloof overbruggen

Wat doen jullie om te proberen die kloof tussen de gemeenschappen te overbruggen?

Nathan:
“Kijk, sommige mensen zijn van nature open, andere minder. Dat we toch zoveel mensen naar onze activiteiten krijgen, betekent volgens mij dat nog veel mensen geloven in een leven als vrije burger. Anderen geloven er niet in. Met onze acties proberen we ze ongelijk te geven. Zo hebben we met de UEJB een interculturele ontmoeting georganiseerd rond Auschwitz tussen joodse studenten en moslimleerlingen van een middelbare school. Drie dagen in Polen om elkaar te leren kennen, samen te eten, te praten over wie we zijn. We luisterden naar elkaars liederen, we hadden het over waarom je een hoofddoek of een keppel draagt, of je met een moslima of een jood zou trouwen. Er was een bezoek aan Auschwitz, zodat ze zouden beseff en wat er is gebeurd opdat het zich niet meer herhaalt, voor niemand.”

“Je durft niet altijd te zeggen dat je joods bent, en al helemaal niet in bepaalde wijken.”

Estelle:
“Ik sta niet stil bij religie wanneer ik iemand ontmoet. Religie is niet het eerste waar ik over begin. Het feit dat een medestudente een hoofddoek draagt, heeft me er nooit van weerhouden vriendinnen te worden. We praten wel eens over joodse of moslima zijn en dat zijn rustige, open gesprekken. We zijn in de eerste plaats allemaal jongeren.”

Joods-Islamitische speeddating: Stereotypen bij het huisvuil

In april vorig jaar organiseerde UEJB op vraag van een leerkracht van het Koninklijk Atheneum Gatti de Gamond een wel heel bijzondere speeddating. Joodse studenten gingen aan tafel met moslimleerlingen van de school. Elke tafel besprak een thema zoals het dragen van hoofddoek en keppel, liefde tussen een jood en een moslim, clichés over joden en moslims en religieuze overeenkomsten. De studenten schoven, zoals het een speeddate past, door om met het volgende groepje in gesprek te gaan. “Het waren intense momenten van samen delen”, zegt Nathan. “We hebben veel geleerd van elkaar en kwamen er als vrienden uit. Het waren stuk voor stuk boeiende jongeren die zelf met veel interesse ook naar ons luisterden. Het gaf ons allemaal de kans om de stereotypen bij het huisvuil te zetten.”
“Het feit dat een medestudente een hoofddoek draagt, heeft me er nooit van weerhouden vriendinnen te worden.”

4. Protestanten:

“Confrontatie met anderen doet groeien”

Maxime Dehon en Alicia Wathelet, allebei overtuigde protestanten, hebben christelijke vrienden, moslimvrienden, joodse vrienden en veel atheïstische vrienden. “Je hebt in deze samenleving openheid van geest nodig.”

God-pil

Jullie zijn overtuigd gelovig. Hoe uit zich dat?

Maxime:
“Ik ben erg positief ingesteld, ik zie de dingen niet snel zwart in. Mensen zeggen me wel eens: ‘Je bent anders.’ Ze willen weten welke petit boost ik neem. God heeft me dat gegeven. Hij geeft mij kracht. Ik weet niet hoe morgen zal zijn, maar Hij weet dat wel. Daar heb ik vertrouwen in.”

Alicia:
“Als ik een tegenslag heb, probeer ik positief te blijven en eruit te leren in plaats van in zak en as te zitten. Ik weet dat God een plan heeft voor mij. Ik zie het leven op een andere manier dan vriendinnen die geen christen zijn. Sommigen zullen, als ze uitgaan bijvoorbeeld, sneller fl irten met een jongen. Ik maak die keuzes niet, omdat het niet de richting is die God voor mij wil.”

Ervaar je onverdraagzaamheid?

Maxime:
“Vroeger werd op school wel eens gelachen toen ik vertelde dat ik op zondag naar de kerk was geweest. Nu we ouder worden, voel je dat ze opener worden. Ze vragen waarom ik naar de kerk ga, waar ik ga, c’est cool. Het is niet zo dat ik voordien verborg dat ik gelovig was, maar ik durfde het er niet zo openlijk over te hebben als nu.”

Alicia:
“Ik heb het sowieso lastig met mensen die niet openstaan voor andere culturen. Je hebt openheid van geest nodig, niet alleen als het over religie gaat, maar om samen te leven in het algemeen. Mijn beste vriendin is niet-christen, maar ze is altijd erg open geweest. We begrijpen van elkaar dat we andere keuzes maken.”

Gemeenschappelijke basis

Zien jullie veel gemeenschappelijks tussen mensen van verschillende gemeenschappen?

Alicia:
“Ik geloof dat er een gemeenschappelijke basis is. Als ik praat met moslima’s, merk ik wel dat die er is, al hebben ze gedragsregels waar ik het niet altijd mee eens ben.”

Maxime:
“Mijn beste vriend is niet christelijk, maar we vertellen wat we denken en we luisteren. Je moet het leven van anderen respecteren. Mensen die anders geloven of denken, voelen dat je niet oordeelt en dat je mensen neemt zoals ze zijn. Het enige wat ik niet begrijp, zijn mensen die leven zonder zich vragen te stellen. Je vraagt je niet af waarom je leeft, waarom je hier op de aarde bent?”

Alicia:
“Mijn ouders hebben me opgevoed om mezelf altijd in vraag te stellen. Maar wat anderen doen, daar maal ik niet om. Ik kijk naar mijn leven en mijn geloof. Zij hebben hun keuzes, hun geloof, hun leven. Wat belangrijk is, is dat zij voor zichzelf weten dat ze het goed hebben met de keuzes die zij maken, en dat is voor mij ook zo.”

Maxime:
“Je kunt niet oordelen over anderen, en over wat anderen geloven en denken. Het is net interessant dat er verschillende overtuigingen zijn. Want je kunt veel leren van anderen. Ik vind van mezelf dat ik op de goede weg zit, en zij vinden dat van zichzelf ook. Dat is verrijkend, en dat heb je zeker hier in Brussel met die smeltkroes aan culturen. Die confrontatie helpt je te groeien.”

vrienden ondanks het verschil

Ervaren jullie soms spanningen in dat samenleven?

Alicia:
“Nee, ik niet. Ik heb een joodse vriend. Maar ik ben het niet per se eens met wat hij denkt. Over vrouwen, bijvoorbeeld, hebben we ernstige meningsverschillen. Hij stelt voorwaarden voor zijn toekomstige echtgenote: ze moet joodse zijn, ze moet uit dezelfde gemeenschap komen, ze moet maagd zijn. Ik heb moeite met dat discours. Ik ben voor gelijkheid van vrouwen. Ik ben voor de mengeling van culturen.”

Van een grootstad als Brussel wordt vaak gezegd dat ze kil en hard is, dat het ieder voor zich is.

Maxime:
“Mensen hebben te vaak ideeën waarvoor er eigenlijk geen bewijs is. Ze maken amalgamen en hebben vooroordelen, en zo wordt dat idee van een kille en harde samenleving elke keer weer bevestigd.”

“Het is net interessant dat er hier verschillende overtuigingen zijn. Want je kunt veel leren van anderen.”

Alicia:
“Onze samenleving is veel solidairder dan we denken. Het volstaat om kennis te maken met andere mensen om vast te stellen dat het eigenlijk net het tegenovergestelde is. Mensen zijn wel redelijk verdraagzaam, en al die culturen in deze stad leven eigenlijk goed samen.”

Wil je trouwen met iemand die niet uit je eigen gemeenschap komt?

Maxime:
“Het belangrijkste is dat je dezelfde waarden deelt. Maar het is makkelijker samen zijn met iemand die hetzelfde gelooft. Als je uitgaat met iemand die niet gelooft, als je dat niet kan delen, als die daar zelfs niet aan denkt, dan vreet dat aan je. Je kan evidente dingen niet doen of niet delen.”
Alicia:
Ça booste als je beiden hetzelfde gelooft, zoals wij. Het is makkelijker om elkaar te troosten als de ander diep zit, want je deelt dezelfde waarden.”
“Onze samenleving is veel solidairder dan we denken.”

5. Anglicanen:

“Niet kijken naar het verschil”

De wereld van de anglicaanse tieners Hannah Vrolijk en David Tank, dat zijn de kerk, de voetbalclub en de school. Zeker de school is, met al die nationaliteiten en overtuigingen op de banken, een afspiegeling van het diverse Brussel. “Het is net door die veelheid dat er ook tolerantie is.”

Debat zonder conflict

Jullie zijn beiden anglicaans. Praten jullie thuis over andere religies en overtuigingen?

David:
“Thuis praten we niet over de verschillen met anderen. We kijken daar niet naar. Mijn ouders hameren vooral op het feit dat we moeten samenleven. Want er zijn zeker gemeenschappelijke punten. In elke religie is het belangrijk om samen te leven, om naar elkaar te luisteren. Er zijn zoveel verschillende overtuigingen en religies in Brussel. Het is net door die veelheid dat er ook tolerantie is.”

Hannah:
“Mijn vader, die predikant is, weet veel over andere religies en ik vind het interessant om daar met hem over te praten. We hebben het aan tafel vaak over de verschillen die er zijn, onder christenen bijvoorbeeld, maar ook over het feit dat we als christenen veel gemeenschappelijk hebben.”

Hoe gaat dat op school, waar jullie elke dag samenleven met al die verschillen?

David:
“We hebben het er wel eens over en we luisteren naar wat de ander te zeggen heeft, maar zonder in confl ict te gaan. In de godsdienstles hebben we geleerd over de gelijkenissen en de verschillen tussen overtuigingen en religies. Leerlingen mochten in het debat het geloof dat ze aanhangen, verdedigen. Het is niet makkelijk om uit te leggen wat ik geloof, het is wat ons verschillend maakt, maar ik heb niet het gevoel dat die verschillen me verwijderen van anderen. We leven goed samen. Er wordt stevig gedebatteerd, maar als we buitenkomen laten we dat daar. Ik speel ook voetbal en in mijn team heb je christenen, nietgelovigen, moslims, ook een jood. En dat gaat goed.”

Bang voor vooroordelen

Durven jullie je altijd uit te spreken over wat jullie denken?

Hannah:
“Ik ben trots op mijn geloof. Maar ik merk van mezelf dat ik banger ben van de reacties van anderen dan nodig is. Ik zou graag opener zijn over wat ik denk, ik ben nog bang om me vrij uit te drukken. Als we onze mening moeten geven, doe ik dat, maar ik zeg niet alles wat ik denk. Alleen met mijn beste vriendinnen, die allen gelovig zijn, ben ik volledig open zonder de angst om op vooroordelen te botsen. Het lijkt op school soms wel of ik een stuk van mezelf verberg. Afgelopen zomer was ik op een christelijk vakantiekamp en ik merk dat ik daar toch makkelijker naar mensen stap die ik niet ken, omdat ik weet dat ze de dingen aanvoelen zoals ik. Mijn geloof neemt een grote plaats in mijn leven in. Het is moeilijk uit te leggen aan mensen die niet gelovig zijn.”

“Religie is slechts een van je identiteiten op school.”

David:
“We zijn in de klas slechts met enkele gelovigen, maar ik voel me niet alleen, ik ben juist fi er dat ik gelovig ben. Niemand in de klas maakt er een punt van. Als ik erover vertel, dan gaan de andere leerlingen al snel over tot de orde van de dag. Het is hetzelfde als zeggen dat je voetbalt, er wordt gewoon niet bij stilgestaan. Het is slechts een van je identiteiten op school.”

Solidariteit die bij je past

Is er veel begrip voor het feit dat je levensstijl wat afwijkt van die van de gemiddelde tiener?

David:
“Ik voel wel een andere mentaliteit, al wordt daar verder weinig over gezegd. Op vrijdagavond uitgaan, bijvoorbeeld, zegt me niets. En ik ga elke zondag naar de kerk. ‘Wat een tijdverlies’, zeggen mensen soms. Maar voor mij is die zondag een dag van rust en gebed.”

Als je met al die leeftijdsgenoten te maken krijgt die anders denken over hoe je leeft en wat je gelooft, ga je dan soms twijfelen?

David:
“Ik heb nooit getwijfeld over het bestaan van God, wel over waar mijn plaats is in deze wereld. Die heb ik gezocht en nog niet gevonden. Soms, als ik dingen doe, zoals mensen helpen, dan heb ik wel momenten dat ik begin te voelen dat het misschien dat wel is wat God van me wil.”

Hannah:
“Wij geloven dat we op de wereld zijn omdat God voor ons een plan heeft. Ik twijfel niet of God bestaat, maar ik vraag me wel vaak af: wat wil Hij met mij?”

“Ik denk dat God een plan heeft voor ieder mens, hoe die ook in het leven staat.”

Wat betekent solidariteit in jullie leven?

Hannah:
“De kerk moedigt ons aan om er te zijn voor anderen, maar het is voor jezelf een beetje zoeken naar een manier die bij je past. Ik heb op een avond geholpen die de kerk had georganiseerd voor mensen die het moeilijk hebben. Er was voor hen gekookt en er waren spelletjes, zodat ze even hun zorgen konden vergeten. Dat wil ik zeker opnieuw doen. Brussel is zoals vele grote steden een redelijk koude stad. Mensen groeten elkaar niet op straat of in het park. Het is een kwestie van respect, vind ik, en beleefdheid. Als mensen niet vriendelijk zijn, is het meteen een stuk lastiger om elkaar te leren kennen.”

“’Oh’, zeggen mensen vaak, ‘ik ben niet gelovig maar ik ben gek op die ring!’ Ik draag hem altijd en ik draag hem met trots.”
- Hannah

6. Moslims:

“Je reikt mensen de hand, tot ze willen luisteren”

Als moslims in Brussel hebben Ghizlane Fertoul en Shujaet Ali Malik, zeker sinds de aanslagen van maart, het gevoel dat ze zich moeten verantwoorden voor wat ze geloven. Maar ze blijven het wantrouwen en het onbegrip beantwoorden met liefde en dialoog.

Vertrouwen winnen

Hoe is het om vandaag moslim te zijn in Brussel, in een gepolariseerd klimaat?

Ghizlane:
“De moslimgemeenschap moet zich al een hele tijd rechtvaardigen, de aanslagen van maart hebben dat nog versterkt. Eigenlijk heb ik een dubbele reactie ervaren: mensen die nieuwsgierig zijn en zich afvragen wat de islam nu eigenlijk is, en mensen die bang zijn. Ik probeer wie ervoor openstaat te wijzen op de boodschap van de islam, die er één is van liefde, broederlijkheid en dienstbaarheid. We moeten luisteren naar elkaar, praten over wat we meemaken. We delen zoveel met elkaar.”

Ali:
“Ik ben opgegroeid met het gevoel dat mensen me met de vinger wijzen. Dat is al zo sinds de aanslagen van 11 september. Vandaag word ik zelfs in de cocon van mijn vertrouwde omgeving, als ik gewoon de stad in ga, vele keren tegengehouden of vreemd bekeken. Een vriend raadde me aan om mijn modieuze baard af te scheren. Ik vraag me dus ’s morgens voor de spiegel af: zie ik er storend uit voor de ander? Dat vreet aan je vertrouwen.”

Word je direct op je moslim-zijn aangesproken?

Ali:
“Ik krijg altijd dezelfde vragen. Ik houd van de islam. Het doet pijn om te zien dat ze niet aanvaard wordt. Je moet oppassen dat je je niet op jezelf gaat terugplooien, dat de frustratie niet te groot wordt. Er is een tijd geweest dat ik mezelf opdrong: ‘Ik ben zo en jij hebt dat te aanvaarden.’ Maar dat is niet productief. Ik heb geleerd te aanvaarden dat de ander me niet aanvaardt. Dus als ik voel dat collega’s in een bedrijf aanstoot nemen aan het feit dat ik tijdens de pauzes bid, bid ik niet. Ik maak de keuze om mezelf te censureren, ook al is dat zwaar, omdat ik niet wil bruuskeren. Integendeel, ik probeer contact te maken, het vertrouwen te winnen.”

Ghizlane:
“Voor mij is religie iets wat ik in de eerste plaats vanbinnen beleef. En dan vraag ik me wel eens af waarom ik me als moslima voortdurend moet verantwoorden voor wat tot mijn privésfeer behoort, zoals de vraag waarom ik geen hoofddoek draag. Behalve tijdens de ramadan merken collega’s niet dat ik moslima ben. Ik draag geen hoofddoek. En op het werk bid ik niet, omdat het niet mogelijk is. Ik bid pas wanneer ik na mijn werk thuiskom. Ik zou het liever wel doen, maar bidden kan je ook met je hart. Om sereen te leven in deze multiculturele samenleving, moeten we open zijn, ongeacht onze overtuigingen. Dus wanneer ik de dialoog kan aangaan, doe ik dat.”

Veiligheidsnet

Kan je in zo’n klimaat nog zeggen wat je denkt?

Ghizlane:
“Ik vind dat ik vrijuit kan spreken. Maar onze samenleving moet zich bevrijden van oordelen, zodat iedereen zijn plaats vindt. We moeten af van de vooroordelen. We moeten de volgende generaties de waarden van respect, openheid van geest en liefde voor de ander inprenten. Dat kan volgens mij alleen als de notie van laïciteit verandert. Laïciteit was aanvankelijk de scheiding tussen religie en staat. Vandaag zie je dat iemand die gelovig en praktiserend is, zijn spiritualiteit niet voluit kan beleven, je krijgt onevenwicht en hypocrisie. Dat kan een van de bronnen zijn van de huidige spanningen.”

Ali:
“Ik heb toch het gevoel dat ik niet kan zeggen wat ik wil, wanneer ik wil. Nochtans is de vrijheid om te zeggen wat je denkt van vitaal belang voor een samenleving. Om ze hanteerbaarder te maken, is er misschien toch een ‘veiligheidsnet’ nodig. Om samen te leven in een kosmopolitische stad als Brussel, is een natuurlijke begrenzing belangrijk. Er is een voortdurende botsing van culturen, ideeën en waarden. Sommige gevoelige thema’s zoals religie verdienen het om behandeld te worden met wijsheid, diplomatie, begrip, openheid van geest, kritische zin en respect.”

In goede en kwade dagen

Brussel toonde na de aanslagen samenhorigheid en solidariteit. Is dat het tegengif voor angst en frustratie?

Ghizlane:
“Geduld is ook een tegengif.”

Ali:
“‘Wees het voorbeeld dat je voor jezelf wil’, zei Ghandi. Je kan niet eisen dat de ander geduldig is en naar jou toekomt als je dat zelf niet ook doet. Je reikt mensen de hand, tot ze willen luisteren. We waren aan de Beurs na de aanslagen. Ghizlane liep mee in de ‘Mars tegen de Terreur en de Haat’. We voelden dat we onze steun moesten tonen.”

“Je bent geen volledige moslim als je ook niet een burger bent”

Ghizlane:
“Als de samenleving een wonde oploopt, dan toon je dat je er staat, met iedereen, in goede en in kwade momenten. In de Belgische samenleving ben ik vooreerst Belg. Ik beleef ook mijn religie op elk moment, maar ik voel niet de behoefte om als ik bid tot God dat aan iedereen te tonen.”

Ali:
“Ik ben zelf even langs het radicale pad gepasseerd. Ik zag alles heel zwart-wit. Een paar maanden maar, tot ik besefte dat er een kloof gaapte tussen wat de islam vraagt en mijn eigen gedrag, en ik ben dat gedrag beginnen bij te stellen. Ik heb gevoeld wat er gebeurt wanneer die frustraties die je elke dag oploopt, gevoed worden. Want de afwijzing is een realiteit. Maar de islam vraagt je om niet zo te reageren. Een actieve burger zijn en moslim zijn, dat is compatibel, meer nog, je bent geen volledige moslim als je ook niet een burger bent.”

“Waarom moet ik me voortdurend verantwoorden voor wat tot mijn privésfeer behoort?”

Valeurs et spiritualité musulmane de Belgique

Ali:
“We hebben Valeurs et Spiritualité Musulmane de Belgique in november 2015 opgericht. We organiseren workshops, concerten, lezingen. We bespreken de islam en het soefisme in het bijzonder, het kloppende hart van de islam, en daarnaast hedendaagse vraagstukken zoals ecologie en consumptie. We willen mensen sensibiliseren dat de islam niet één gezicht heeft.”

Ghizlane:
“Er komen mensen met heel verschillende overtuigingen op af, meer niet-moslims dan moslims. Die plekken zijn plaatsen van openheid en vrijheid en aanvaarding van de ander, en die hebben we nodig. We werken aan een nieuwe organisatie, Nouveau Souffle, die zich meer richt op sociale acties.”

Ali:
“Als jongeren moeten wij veel meer doen. De kracht die jongeren hebben, is erg kostbaar voor een samenleving. We mogen die niet verspillen aan futiliteiten, want dat ondermijnt de kracht van de samenleving.”

7. Orthodoxen:

“Met respect kom je heel ver”

Nicolas Peckstadt en Sofia Xenidis, beiden orthodoxe christenen, wonen nog maar enkele jaren in Brussel. Maar ze voelen hoe de stad een appèl is aan hun verantwoordelijkheid om samen te leven en solidair te zijn.

Ieder zijn strijd

In Brussel zie je veel mensen die het moeilijk hebben. Voelen jullie je hier aangesproken op jullie verantwoordelijkheid tegenover anderen?

Sofia:
“Hier wonen veel mensen dicht opeen, het is grijs, er is meer criminaliteit, meer armoede, de terreurdreiging heeft de onrust nog verhoogd. Ik denk dat deze sfeer mensen onbewust beïnvloedt en sneller drijft tot frustratie, agressie en respectloos gedrag. Buiten de stad herinnert de natuur aan het moois in de wereld, maar als je dit niet ziet, focus je sneller op donkere zaken en dat vertaalt zich vaak in het gedrag tegenover anderen.”

Nicolas:
“Ik passeer elke dag verschillende dakloze mensen of mensen die bedelen. Dat is een grote uitdaging voor mezelf: hoe ga ik daarmee om? Het belangrijkste is om niet immuun te worden. Om ze niet te zien als iets wat bij het straatbeeld hoort. Als iedereen begint met mensen in hun eigen omgeving te omarmen en te steunen, mensen die het fi nancieel of psychisch moeilijk hebben, zullen we al ver geraken.”

Sofia:
“Aan de blikken van mensen kan je afl ezen dat ieder hier een beetje zijn eigen strijd voert. Je voelt je als gelovige aangesproken wanneer je naaste lijdt. In de praktijk kan je niet iedereen helpen maar iedereen kan iets doen, al is het iets kleins. Je kan alleen al door het goede voorbeeld te geven, een grote impact hebben. Dat doe ik in mijn eigen omgeving.”

Druk op jongeren

Hoe belangrijk is jullie geloof voor jullie?

Sofia:
“Mijn geloof is het punt waaruit ik vertrek voor alles wat rondom mij gebeurt. Het is er op grote momenten, maar ook op een doorsneedag. Voor mezelf is deelnemen aan de Goddelijke Liturgie het belangrijkste. Daarnaast verdiep ik me in de spiritualiteit. Maar ik probeer mijn geloof ook praktisch te vertalen door bijvoorbeeld in de metro te blijven staan zodat de plek vrij blijft voor iemand met een slechte dag. Je weet nooit hoe je kan helpen iemands dag beter te maken met een simpel gebaar.”

“Je weet nooit hoe je kan helpen iemands dag beter te maken met een simpel gebaar.”

Nicolas:
“De liturgie op zondag is voor mij een manier om me spiritueel op te laden, een plek om mensen te ontmoeten met wie ik kan samen zijn met hart en ziel. Gebed is voor mij de manier om de versnelling waarin ik meega in de samenleving terug te schakelen naar mijn eigen tempo. De maatschappij verwacht veel van jongeren. De druk is groot. Maar waar is de tegendruk van de samenleving? Jongeren hebben behoefte aan een plek waar ze kwetsbaar kunnen zijn en tot zichzelf kunnen komen.”

Onder de oppervlakte

Je zou denken dat waar zoveel verschillende gemeenschappen samenleven, contact evident geworden is. Is dat voor jullie zo?

Sofia:
“Op school, waar ik leermeester orthodoxe godsdienst ben, zie ik geen harmonieuze diversiteit. Kinderen vertellen me dat er veel gepest wordt, dat sommigen van school veranderd zijn omdat de pesterijen te erg waren. Ook al is er veel potentieel, we zitten in een proces van leren omgaan met de ander en niet iedereen doet dat in hetzelfde tempo.”

Nicolas:
“Aan de universiteit is er jammer genoeg te weinig contact tussen de jongeren van verschillende gemeenschappen. Dan dreig je al snel in een situatie te belanden waarbij je maar één kant van het verhaal ziet. Ik zit in de les vaak naast moslima’s, en toch merk ik dat het moeilijk is om contact te leggen, misschien vanuit een wederzijdse angst om niet gerespecteerd te worden. We moeten onder de oppervlakte kijken en nog meer belangstelling tonen voor elkaar.”

“Als we gemeenschappelijke waarden gebruiken om toenadering te zoeken, zal samenleven minder conflicten geven.”

extreme meningen

Wat zijn voor jullie de sleutels van dat samenleven?

Sofia:
“Wat mij in de contacten met andere gemeenschappen opvalt, is dat we probleemloos met elkaar kunnen omgaan als we respect hebben voor elkaar.”

Nicolas:
“We moeten in de eerste plaats kijken naar wat we gemeenschappelijk hebben in plaats van te zoeken naar de verschillen. Als we ons daarop richten en die waarden gebruiken om toenadering te zoeken, dan zullen de praktische problemen die het samenleven met zich meebrengt, minder voor confl ict zorgen. Zonder dat je daarbij je eigenheid moet wegcijferen.”

Jullie hebben niet het gevoel dat jullie daarbij niet kunnen zeggen wat jullie denken?

Nicolas:
“Onze samenleving is zo geëvolueerd dat we met alles kunnen en mogen lachen, zonder dat dit betekent dat je geen respect hebt voor mensen zelf. Dat is niet altijd evident om te begrijpen voor wie zich gekwetst voelt, maar ook degene die lacht, moet zich afvragen waarom dat frustratie veroorzaakt. Ze moeten elkaar daarin respecteren. Maar op sommige vlakken vind ik de vrije meningsuiting te ver doorgeschoten. Het is ongelofelijk wat je leest in reacties op Facebook en nieuwssites. Zoveel onverdraagzaamheid en racisme, zoveel snelle oordelen. Mensen zijn blind voor de eigen tekortkomingen maar die van anderen veroordelen ze scherp. Ze hebben het gevoel dat ze alleen met extreme meningen meetellen in de samenleving.”

Sofia:
“Voor mij stopt de vrije meningsuiting van de ene waar die van een ander begint. Maar je moet je in een dialoog ook proberen correct uit te drukken om zo misverstanden en confl icten te vermijden. Om harmonieus samen te leven, kom je er wel met respect voor iedereen, ongeacht hun geloof of levensbeschouwing.”